Een kort stukje uit mijn kort verhaal “Wouter”, over een eenzame en fanatieke hardloper die op zoek gaat naar nieuwe vrienden.
Nummer één
Wouter stond zoals altijd een kwartier van tevoren bij de uitgang van het metrostation te wachten. Een lange stroom auto’s kwam de Erasmusbrug af rijden. Wouter staarde afwezig naar de auto’s, hoe ze geordend links, dan weer rechts, dan weer rechtdoor reden over het kruispunt, in een strak, onzichtbaar ritme dat de meeste mensen over het hoofd zagen. In zijn hoofd liep hij de checklist nog eens na. Stipt op tijd… een hardloper en geen jogger… Zijn telefoon doorbrak de opsomming. Hij keek wie het was – Rob.
“Hoi – je stoort me. Ik ga bijna hardlopen.”
“Het is anders kwart voor zeven. We gingen toch altijd stipt om zeven uur hardlopen?”
Wouter zei niets. Dit leek op een retorische vraag en een van de dingen die hij had geleerd was dat mensen het niet waardeerden wanneer je zo’n vraag serieus beantwoordde.
“Dan niet. Ga je alleen of heb je al een nieuwe hardloopmaat gevonden?”
“Nee. En nee. Ik heb een lijst met potentiële kandidaten via Facebook gevonden en ik ga ze allemaal een voor een interviewen.”
“Interviewen? Het is toch geen baan? Zo belangrijk is het toch niet?”
“Het is heel belangrijk. Levensbepalend zelfs, met wie je omgaat. Je bent het gemiddelde van je zes beste vrienden.”
Rob zuchtte. “Je hebt maar één vriend, Wouter.”
“Klopt, dat ben jij. Maar jij bent verhuisd naar Hamburg.”
“Ik weet zelf inmiddels ook dat ik in Hamburg woon. Dat hoef je me niet steeds opnieuw te vertellen.”
Wouter negeerde Robs laatste opmerking en ging onverstoord verder. “Daarom ben ik nu op zoek naar jouw vervanger. Ik heb een checklist gemaakt, gebaseerd op eigenschappen die ik in jou waardeer, en bij iedereen die ik interview ga ik die checklist na.”
Rob schoot in de lach.
“Het is niet grappig! Ik moet een weloverwogen keuze maken.”
“Jezus, Wouter. Ik weet dat je soms overdrijft, maar je gaat wel erg ver nu. Te ver. Je zult nooit iemand vinden die precies aan je verwachtingen voldoet – die precies hetzelfde is. En je schrikt er alleen maar mensen mee af.”
Aan beide kanten van de lijn bleef het even stil. De auto’s bromden nog steeds in hun onzichtbare patroon over het kruispunt. Wouter snapte heus wel dat iemand niet precies hetzelfde kon zijn, of je moest mensen gaan klonen. Maar je kon wel iemand vinden die in essentie hetzelfde was.
“Ik wil iemand die precies hetzelfde is. Wat is daar mis mee?” vroeg Wouter.