Heb je ooit gedacht, waarom ben ik hier in hemelsnaam mee begonnen? Waarom heb ik ‘ja’ gezegd? Ik zit in mijn stoel, ingesnoerd in een net-niet-comfortabele riem, en het is precies één minuut voor vertrek. De klok is begonnen met aftellen. Help. Ik wil hier weg. Ik probeer die woorden uit mijn gedachten te wissen, te ont-denken, maar het lukt niet. Ik sluit mijn ogen, adem in en adem uit, probeer mijn hoofd leeg te maken, en denk aan de meditatielessen die ik elke dag probeer te volgen maar waar ik elke dag opnieuw in faal. Het is onmogelijk om niets te denken. Het is normaal al onmogelijk, maar het is absoluut onmogelijk om aan niets te denken als je in een ruimteschip zit en straks naar de maan afreist.
Ik open mijn ogen en kijk uit het raam. De oceaan kabbelt ver beneden ons, een oneindig blauw tot aan de horizon. Het ruimteschip staat nu nog op een soort van vaste grond, een drijvend, donker mega-eiland dat dienst doet als vertrekstation. Ik moet aan concrete dingen denken, zeg ik tegen mezelf. Ons schip hangt aan een kabel – een kabel. Een kabel die helemaal tot aan de ruimte – de fokking ruimte – voert en ons uiteindelijk richting de maan slingert, wanneer we eenmaal op snelheid zijn. Het klinkt simpel, maar eigenlijk is het best eng. Wat als we de verkeerde kant op geslingerd worden? Wat als…?
Dertig. Nee toch, een halve minuut nog maar? Ik adem net iets sneller dan normaal. Het kan nog. Heel even zie ik mezelf de riem losmaken, opstaan en naar de uitgang rennen, de noodhendels openen, het schip uitklimmen, en radeloos de zee in plonzen. Het kan nog. Het is alsof mijn lichaam het weet, een vreemd soort zelfbescherming. Doe het niet – het kan nog…
Maar ik doe niets.
Stijf van de angst blijf ik zitten, veilig ingegespt in mijn stoel. Ik durf het niet. Ik durf niks. Al durfde ik wel te besluiten naar de maan te gaan. Iedere selfrespecting travelinfluencer doet aan ruimtetoerisme tegenwoordig, en ik dus ook, ik ook en daarom zit ik nu hier, in deze stoel. Ik knijp hard in de stoelleuningen, en geef mezelf de schuld. Waarom zit ik nu niet heerlijk ontspannen aan een tropisch strand? Waarom moet ik zo nodig iets nieuws proberen? Misschien ben ik het soort persoon dat daar geschikt voor is, misschien ook niet?
Twintig.
…